guidedbattlefieldtours.org

NOUVELLES

Comments Box SVG iconsUsed for the like, share, comment, and reaction icons
Guided battlefield tours belgium

Guided battlefield tours belgium

247

Gidsen in Corsica - Normandië, Val d'Oise, De Somme, Lotharingen, Languedoc, Luberon & Andorra zijn mijn favoriete bestemmingen.

2 weeks ago

Gisterenavond aanwezig voor een lezing over Thomas Ricketts in het kasteel van Rumbeke uitgegeven door War And Remembrance

Het was terug thuiskomen in WO I, specifiek het verhaal Newfoundland zijn geschiedenis voor en tijdens WO I.
Een beetje heimwee toentertijd ik Gidste in de Somme – Yperen-Sailliant- Verdun.
Wie weet wat de toekomst brengt.
Even over Thomas Ricketts een verhaal gebracht door een gedreven Gidsverteller
Regi Chambaere.

Thomas "Tommy" Ricketts (Middle Arm, 15 april 1901 – St. John's, 10 februari 1967) was een Newfoundlands soldaat die tijdens de Eerste Wereldoorlog meevocht op Europese bodem. Hij ontving het Victoria Cross, de hoogste en meest prestigieuze onderscheiding voor dapperheid tegenover de vijand die kan worden toegekend aan Britse en Commonwealth-troepen. Ricketts ontving het Victoria Cross op 17-jarige leeftijd, waarmee hij de jongste persoon ooit is die de onderscheiding ontving wegens bewezen moed op het slagveld.

Thomas Ricketts diende als 17-jarige in het 1e bataljon van het Royal Newfoundland Regiment op Belgische bodem. Daar deed hij op 18 oktober 1918 op het grondgebied van Sint-Eloois-Winkel (nabij Ledegem) een heldhaftige actie die niet alleen zijn regiment redde, maar ook tot de gevangenneming van 8 Duitsers leidde.
... Voir plusVoir moins

Gisterenavond aanwezig voor een lezing over Thomas Ricketts in het kasteel van Rumbeke uitgegeven door War And Remembrance

Het was terug thuiskomen in WO I, specifiek het verhaal Newfoundland zijn geschiedenis voor en tijdens WO I.
Een beetje heimwee toentertijd ik Gidste in de Somme – Yperen-Sailliant- Verdun.
Wie weet wat de toekomst brengt.
Even over Thomas Ricketts een verhaal gebracht door een gedreven Gidsverteller
Regi Chambaere.

Thomas Tommy Ricketts (Middle Arm, 15 april 1901 – St. Johns, 10 februari 1967) was een Newfoundlands soldaat die tijdens de Eerste Wereldoorlog meevocht op Europese bodem. Hij ontving het Victoria Cross, de hoogste en meest prestigieuze onderscheiding voor dapperheid tegenover de vijand die kan worden toegekend aan Britse en Commonwealth-troepen. Ricketts ontving het Victoria Cross op 17-jarige leeftijd, waarmee hij de jongste persoon ooit is die de onderscheiding ontving wegens bewezen moed op het slagveld.

Thomas Ricketts diende als 17-jarige in het 1e bataljon van het Royal Newfoundland Regiment op Belgische bodem. Daar deed hij op 18 oktober 1918 op het grondgebied van Sint-Eloois-Winkel (nabij Ledegem) een heldhaftige actie die niet alleen zijn regiment redde, maar ook tot de gevangenneming van 8 Duitsers leidde.Image attachmentImage attachment+4Image attachment

0 CommentairesComment on Facebook

De oorsprong van de burgerlijk stand even opfrissen.:

1811 - Napoleon Bonaparte voert in de Lage Landen de burgerlijke stand in.
In 1611 was in het Eeuwig Edict al vastgelegd dat doopsels, huwelijken en begrafenissen in de Zuidelijke Nederlanden verplicht werden geregistreerd.
Dit gebeurde door de kerk en de wijze waarop dit gebeurde, verschilde van plaats tot plaats.
Annexaties van Frankrijk 1795-1811
Na de Franse Revolutie, maar nog voor het regime van Napoleon in 1799 begon, werd bij de Franse wet van 20-25 september 1792 de burgerlijke stand vastgelegd. Na de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door Frankrijk werd bij decreet van 17 juni 1796 ook in de Belgische departementen de burgerlijke stand ingevoerd.
In Nederland werden geboortes, huwelijken en overlijdens in de grotere steden al in de tweede helft van de 18e eeuw geregistreerd.
Een wettelijke regeling voor het hele land werd pas in 1811 ingevoerd, met uitzondering van de gemeente Vlissingen waar de burgerlijke stand al op 1 april 1808 zijn intrede deed.
In Zeeuws-Vlaanderen en de delen van Limburg die al in 1795 door de Fransen geannexeerd werden, werd de burgerlijke stand al in 1796 ingevoerd.
De feitelijke invoering verschilde van plaats tot plaats.
Zo werden de eerste huwelijksaktes in Amsterdam opgemaakt op 3 maart 1811.
De overlijdens- en geboorteaktes begonnen daar op 23 juli van datzelfde jaar.
In Friesland zijn er ook gemeenten waarvan de registers pas in 1812 begonnen.
In de vrije gebieden Gemert en Ravenstein werd eind 18e eeuw ook al met de Burgerlijke Stand geëxperimenteerd.
Onder het bewind van Napoleon werd in 1804 de Code Napoleon ingevoerd.
Dit burgerlijk wetboek omvatte naast de regelgeving over de Burgerlijke Stand nog vele andere zaken.
Met behulp van de Burgerlijke Stand kon Napoleon o.a. de dienstplicht ten behoeve van zijn leger beter afdwingen en een efficiëntere belastingheffing invoeren.
Onder meer hierom werden zijn hervormingen door de overheden ook na zijn bewind gehandhaafd in de eertijds door hem bezette gebieden.
Bij de invoering van de Burgerlijke Stand in de Belgische departementen waren de familienamen daar al eeuwenlang gestabiliseerd, maar dat was niet zo in de Noordelijke provincies van Nederland.
Iedere burger die daar nog geen vaste achternaam had, werd door een apart decreet van Napoleon van 18 augustus 1811 verplicht er een te kiezen.
Dat sommige mensen bij wijze van protest een belachelijke naam als Naaktgeboren of Zondervan zouden hebben gekozen, is een hardnekkige mythe.
De namen zijn vaak al ouder.
Toch bleven er in Noord-Nederland nog geruime tijd mensen over die geen achternaam hadden.
Op 17 mei 1813 werd een nieuw decreet uitgevaardigd waarin bepaald werd dat men toch echt voor 1 januari 1814 een achternaam moest kiezen.
Maar ook dat werd niet overal opgevolgd.
Veel later, toen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden alweer enige tijd een feit was, vaardigde koning Willem I op 8 november 1825 nog een koninklijk besluit uit waarin werd bepaald dat wie nog geen (vaste) achternaam had vastgelegd, daar nog 6 maanden de tijd voor kreeg.
In Suriname werd de burgerlijke stand ingevoerd op 1 juli 1828, maar alleen voor vrije mensen.
De slaven werden vanaf 1826 verplicht geregistreerd in slavenregisters, die in 1863 na de Emancipatie werden opgenomen in het bevolkingsregister.
... Voir plusVoir moins

De oorsprong van de burgerlijk stand even opfrissen.:

1811 - Napoleon Bonaparte voert in de Lage Landen de burgerlijke stand in. 
In 1611 was in het Eeuwig Edict al vastgelegd dat doopsels, huwelijken en begrafenissen in de Zuidelijke Nederlanden verplicht werden geregistreerd. 
Dit gebeurde door de kerk en de wijze waarop dit gebeurde, verschilde van plaats tot plaats.
Annexaties van Frankrijk 1795-1811
Na de Franse Revolutie, maar nog voor het regime van Napoleon in 1799 begon, werd bij de Franse wet van 20-25 september 1792 de burgerlijke stand vastgelegd. Na de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door Frankrijk werd bij decreet van 17 juni 1796 ook in de Belgische departementen de burgerlijke stand ingevoerd.
In Nederland werden geboortes, huwelijken en overlijdens in de grotere steden al in de tweede helft van de 18e eeuw geregistreerd. 
Een wettelijke regeling voor het hele land werd pas in 1811 ingevoerd, met uitzondering van de gemeente Vlissingen waar de burgerlijke stand al op 1 april 1808 zijn intrede deed. 
In Zeeuws-Vlaanderen en de delen van Limburg die al in 1795 door de Fransen geannexeerd werden, werd de burgerlijke stand al in 1796 ingevoerd. 
De feitelijke invoering verschilde van plaats tot plaats. 
Zo werden de eerste huwelijksaktes in Amsterdam opgemaakt op 3 maart 1811. 
De overlijdens- en geboorteaktes begonnen daar op 23 juli van datzelfde jaar. 
In Friesland zijn er ook gemeenten waarvan de registers pas in 1812 begonnen. 
In de vrije gebieden Gemert en Ravenstein werd eind 18e eeuw ook al met de Burgerlijke Stand geëxperimenteerd.
Onder het bewind van Napoleon werd in 1804 de Code Napoleon ingevoerd. 
Dit burgerlijk wetboek omvatte naast de regelgeving over de Burgerlijke Stand nog vele andere zaken.
Met behulp van de Burgerlijke Stand kon Napoleon o.a. de dienstplicht ten behoeve van zijn leger beter afdwingen en een efficiëntere belastingheffing invoeren. 
Onder meer hierom werden zijn hervormingen door de overheden ook na zijn bewind gehandhaafd in de eertijds door hem bezette gebieden.
Bij de invoering van de Burgerlijke Stand in de Belgische departementen waren de familienamen daar al eeuwenlang gestabiliseerd, maar dat was niet zo in de Noordelijke provincies van Nederland. 
Iedere burger die daar nog geen vaste achternaam had, werd door een apart decreet van Napoleon van 18 augustus 1811 verplicht er een te kiezen. 
Dat sommige mensen bij wijze van protest een belachelijke naam als Naaktgeboren of Zondervan zouden hebben gekozen, is een hardnekkige mythe. 
De namen zijn vaak al ouder. 
Toch bleven er in Noord-Nederland nog geruime tijd mensen over die geen achternaam hadden. 
Op 17 mei 1813 werd een nieuw decreet uitgevaardigd waarin bepaald werd dat men toch echt voor 1 januari 1814 een achternaam moest kiezen. 
Maar ook dat werd niet overal opgevolgd. 
Veel later, toen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden alweer enige tijd een feit was, vaardigde koning Willem I op 8 november 1825 nog een koninklijk besluit uit waarin werd bepaald dat wie nog geen (vaste) achternaam had vastgelegd, daar nog 6 maanden de tijd voor kreeg. 
In Suriname werd de burgerlijke stand ingevoerd op 1 juli 1828, maar alleen voor vrije mensen. 
De slaven werden vanaf 1826 verplicht geregistreerd in slavenregisters, die in 1863 na de Emancipatie werden opgenomen in het bevolkingsregister.Image attachmentImage attachment+1Image attachment

0 CommentairesComment on Facebook

Ik probeer iedere dag een historische reminder te plaatsen zoals vandaag 1832 het beleg van Antwerpen.
Het Beleg van Antwerpen vond plaats tussen 15 november en 23 december 1832. Tijdens de Belgische Opstand hield het regeringsleger van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de drie belangrijkste zuidelijke citadellen in handen, namelijk die van Maastricht, Luxemburg en Antwerpen.

Ook na de eerste Franse interventie in 1831, die een einde maakte aan de Tiendaagse Veldtocht, bleven deze drie steden in handen van het leger van Willem I. Vanuit de (intussen verdwenen) Citadel van Antwerpen had de Nederlandse generaal Chassé de stad urenlang laten beschieten met gloeiende kanonskogels.

De beschieting van de stad in opdracht van Chassé was een eerste aanleiding voor de Fransen om een tweede interventie te ondernemen in 1832. De tweede aanleiding was een verdrag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Dit verdrag stelde aan Willem I van Nederland de eis dat hij zijn troepen vóór 1 november 1832 zou terugtrekken uit de Antwerpse citadel en de nabije Schelde forten. Als de troepen niet teruggetrokken zouden worden, zou Frankrijk zich genoodzaakt voelen om de citadel met geweld te veroveren - maar dit zonder oorlogsverklaring, wat uniek was in de geschiedenis van het oorlog voeren.
Willem I gaf geen gevolg aan de eis tot terugtrekken, die door hem als "driest en onbillijk" werd omschreven.
Daarop trok het Franse Noordelijke Leger van ca. 90.000 man onder aanvoering van maarschalk Gérard dwars door België. Op 19 november 1832 kwamen de eerste Franse troepen toe voor de citadel van Antwerpen en begon het beleg.
De Franse troepen namen de citadel, waar 4500 Nederlandse soldaten zich met een groot aantal kanonnen hadden verschanst, 24 dagen lang onder vuur met monstermortieren.
Er werden ongeveer honderdduizend kanonskogels en houwitsergranaten afgevuurd. Deze nieuwe tactiek van generaal Haxo bleek succesvol.
Op 23 december 1832 gaf het garnizoen van de citadel van Antwerpen zich over, nadat een belangrijk verdedigingswerk gevallen was.
De slag had 370 doden geëist aan Franse kant en 560 bij de verdedigers. Het beleid van generaal Chassé tijdens dit beleg werd later door militaire deskundigen bekritiseerd.
Hij zou zich te veel hebben laten beïnvloeden door beslissingen uit Den Haag.
Leopold I van België creëerde verschillende eretekens als dank voor de Franse offers. Zo werd de zwaargewonde Franse geniesoldaat Ausseil de eerste ridder in de Leopoldsorde.
Hij kreeg zijn medaille op 9 december 1832, terwijl de aanval op de citadel nog bezig was. Maarschalk Gérard kreeg die onderscheiding ook, net als later vele Belgen.
Generaal Chassé en zijn troepen werden krijgsgevangenen genomen en werden daaruit pas ontslagen in 1833.
Bij hun terugkeer in Nederland kregen ze de Citadelmedaille toegekend van Willem I. Hij kreeg ook eretekens in de Militaire Willems-Orde, net als later vele Nederlanders. Bij de graftombe van Chassé op het kerkhof van de hervormde kerk van Ginneken staat het Citadelmonument als aandenken aan de verdedigers van Antwerpen. Het Franse monument dat in 1897 ontworpen werd om de bevrijding van Antwerpen te herdenken, staat in Doornik omdat het stadsbestuur van Antwerpen het niet wilde hebben. Doornik was de plaats waar de Franse belegeringstroepen België waren binnengetrokken.
... Voir plusVoir moins

Ik probeer iedere dag een historische reminder te plaatsen zoals vandaag 1832 het beleg van Antwerpen.
Het Beleg van Antwerpen vond plaats tussen 15 november en 23 december 1832. Tijdens de Belgische Opstand hield het regeringsleger van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de drie belangrijkste zuidelijke citadellen in handen, namelijk die van Maastricht, Luxemburg en Antwerpen.

Ook na de eerste Franse interventie in 1831, die een einde maakte aan de Tiendaagse Veldtocht, bleven deze drie steden in handen van het leger van Willem I. Vanuit de (intussen verdwenen) Citadel van Antwerpen had de Nederlandse generaal Chassé de stad urenlang laten beschieten met gloeiende kanonskogels.
 
De beschieting van de stad in opdracht van Chassé was een eerste aanleiding voor de Fransen om een tweede interventie te ondernemen in 1832. De tweede aanleiding was een verdrag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Dit verdrag stelde aan Willem I van Nederland de eis dat hij zijn troepen vóór 1 november 1832 zou terugtrekken uit de Antwerpse citadel en de nabije Schelde forten. Als de troepen niet teruggetrokken zouden worden, zou Frankrijk zich genoodzaakt voelen om de citadel met geweld te veroveren - maar dit zonder oorlogsverklaring, wat uniek was in de geschiedenis van het oorlog voeren. 
Willem I gaf geen gevolg aan de eis tot terugtrekken, die door hem als driest en onbillijk werd omschreven.
Daarop trok het Franse Noordelijke Leger van ca. 90.000 man onder aanvoering van maarschalk Gérard dwars door België. Op 19 november 1832 kwamen de eerste Franse troepen toe voor de citadel van Antwerpen en begon het beleg.
De Franse troepen namen de citadel, waar 4500 Nederlandse soldaten zich met een groot aantal kanonnen hadden verschanst, 24 dagen lang onder vuur met monstermortieren. 
Er werden ongeveer honderdduizend kanonskogels en houwitsergranaten afgevuurd. Deze nieuwe tactiek van generaal Haxo bleek succesvol. 
Op 23 december 1832 gaf het garnizoen van de citadel van Antwerpen zich over, nadat een belangrijk verdedigingswerk gevallen was. 
De slag had 370 doden geëist aan Franse kant en 560 bij de verdedigers. Het beleid van generaal Chassé tijdens dit beleg werd later door militaire deskundigen bekritiseerd. 
Hij zou zich te veel hebben laten beïnvloeden door beslissingen uit Den Haag. 
Leopold I van België creëerde verschillende eretekens als dank voor de Franse offers. Zo werd de zwaargewonde Franse geniesoldaat Ausseil de eerste ridder in de Leopoldsorde. 
Hij kreeg zijn medaille op 9 december 1832, terwijl de aanval op de citadel nog bezig was. Maarschalk Gérard kreeg die onderscheiding ook, net als later vele Belgen.
Generaal Chassé en zijn troepen werden krijgsgevangenen genomen en werden daaruit pas ontslagen in 1833. 
Bij hun terugkeer in Nederland kregen ze de Citadelmedaille toegekend van Willem I. Hij kreeg ook eretekens in de Militaire Willems-Orde, net als later vele Nederlanders. Bij de graftombe van Chassé op het kerkhof van de hervormde kerk van Ginneken staat het Citadelmonument als aandenken aan de verdedigers van Antwerpen. Het Franse monument dat in 1897 ontworpen werd om de bevrijding van Antwerpen te herdenken, staat in Doornik omdat het stadsbestuur van Antwerpen het niet wilde hebben. Doornik was de plaats waar de Franse belegeringstroepen België waren binnengetrokken.Image attachmentImage attachment+3Image attachment

0 CommentairesComment on Facebook

Meer posts bekijken